Vandaag zijn we bijna twee weken in Canada. Het lijkt de hele dag te zullen regenen en dus is het een goede dag iets te vertellen over onze belevenissen tot nu toe.
Op 1 augustus verlieten we Nederland. Popke en Ina zetten ons af bij Schiphol en wij gingen op zoek naar een balie om onze koffers af te geven. Dat gaat tegenwoordig helemaal automatisch. Met de QR-code die je bij het online inchecken hebt gekregen kun je makkelijk je koffers kwijt. Je hoeft deze alleen in een machine te zetten, het uitgeprinte label eraan te bevestigen en dat is het.
Ook de security nam niet zoveel tijd. Daarna was het wachten tot we naar het vliegtuig konden. We hadden tijd genoeg en namen dus rustig de tijd.
Het vliegtuig ging iets te laat weg, maar na een lange vlucht (gelukkig hadden we stoelen geboekt met veel beenruimte) kwamen we zelfs op de geplande tijd aan.
Ook in Vancouver gingen we snel door de security en konden we wachten op onze koffers. Daarna zochten we ons hotel op. Op de luchthaven van Vancouver is het Fairmont hotel gevestigd. We hadden een kamer op de dertiende verdieping met uitzicht op een deel van het vliegveld en de omringende bergen.
We moesten de volgende dag alweer vroeg op. Het vliegtuig naar Smithers vertrok om 8 uur en volgens een medewerkster van Air Canada deden we er goed aan om vroeg (drie uur van tevoren) naar de incheckbalie te komen. Om drie uur in de ochtend stonden we dus alweer op en lieten we het ontbijt in de kamer bezorgd worden. Het werd keurig afgeleverd en dus zaten we alweer vroeg te eten.
We waren om vijf uur bij de balies van Air Canada. We waren online ingecheckt en ook hier kun je je koffers zelf inchecken. Er waren weinig reizigers op dat vroege tijdstip en alles ging dan ook snel zodat we meer dan tweeëneenhalf uur moesten wachten voordat het vliegtuig vertrok.
Na anderhalf uur vliegen landden we alweer op het vliegveld van Smithers en werden we daar opgewacht door Cor en Judy. Na nog een bezoek aan de zaterdagse Farmers market arriveerden we weer op de boerderij aan Round Lake.
Tijdens de eerste dagen deden we het rustig aan, maar zondagmiddag wandelden we vanaf de boerderij naar de highway, heen en terug een wandeling van zes kilometer. Omdat er aardig wat saskatoon bessen langs de weg groeien waar ook beren dol op zijn namen we bearspray mee. Je weet maar nooit!
’s-Avonds reden we naar Smithers om koffie te drinken bij Tim Hortons.
Op woensdag deed ik weer mee aan de wekelijkse hike van neef Gary en zijn vrienden. Ik parkeerde de auto langs de highway vlakbij Babine Lake road en vanaf daar reden we met een paar auto’s naar het trailhead vlak bij de Banner Mountain Lodge. Het pad ging steeds verder omhoog en na zo’n vier kilometer aten we onze lunch om daarna weer terug te gaan. De organisator van de tocht organiseert altijd nog een maaltijd bij hem thuis. Deze keer was dat Keith uit Telkwa die ons verraste met fruit, kaas, gevulde paprika en zelfgebakken kersentaart.
Donderdag reden Janita en ik naar het nabijgelegen Houston. We wandelden wat door het park tussen de highway en de spoorweg en bekeken de grootste vishengel ter wereld.
In het centrum traden op verschillende plaatsen muzikanten op, hoofdzakelijk met klassieke muziek.
In het winkelcentrum was te zien dat de grootste werkgevers van vroeger (de houtzagerijen) zijn vertrokken en daarmee ook de werknemers. Er waren nog slechts een paar winkels in gevestigd.
’s-Avonds werden we nog verrast met een prachtig maansopkomst boven Round Lake.
Zondags waren we alweer vroeg uit de veren. We reden met Cor en Judy naar Terrace, een grotere stad verder naar het westen. We gingen er heen om kleinzoon Hudson te zien voetballen. Je moet er hier wel wat voor over hebben, het is een rit van bijna 250 kilometer en dat is alleen maar enkele reis.
Toen we aankwamen was de eerste wedstrijd al bezig op een complex waar meerdere leeftijdsgroepen tegelijk voetbalden. Wij moesten naar het verste veld. Het team uit Smithers werd vanaf de kant fel aangemoedigd, maar moest de overwinning toch aan het andere team laten.
Na de lunch gebruikt te hebben bij KFC haastten we ons weer naar het voetbalveld voor de tweede wedstrijd die tegen dezelfde tegenstander werd gespeeld. Ook deze wedstrijd ging helaas verloren ondanks het goede verdedigende spel van Hudson.
’s-Maandags was het tijd voor een nieuwe ervaring. Ik had wel vaker gefietst op de gravel wegen rond Round Lake, twee jaar geleden eindigde dat nog met een bezoekje aan het ziekenhuis in Smithers, maar dit keer werd het een e-bike rit.
Op de fiets van Cor vergezelde ik Judy en Janita op een rit die ons via Quick via een gravelroad naar Telkwa zou brengen. Het was eerst wat onwennig, maar al snel bleek het beklimmen van heuvels een stuk gemakkelijker te gaan, zelfs met weinig ondersteuning.
In Telkwa bezochten we nog even het nieuwe sportcomplex dat wordt aangelegd voor pickleball, tennis en basketbal. Daarna reden we via de highway terug naar Round Lake. Fietsen op de highway blijft een hele ervaring. Er is vaak weinig ruimte en vooral als een grote loggingtruck o.i.d. je passeert ben je blij dat de chauffeur ook goed oplet en als het kan genoeg ruimte neemt om te passeren.
Tussen Smithers en Telkwa wordt inmiddels gewerkt aan een fietspad waarvan het eerste gedeelte al klaar is en hopelijk wordt dat doorgezet naar andere plaatsen in BC.
Afgelopen woensdag was het weer tijd voor de hike met Gary en zijn vrienden. We parkeerden de auto’s bij de Smithers brug en met twee auto’s (er waren dit keer maar zes deelnemers) reden we naar de skihill van Smithers. We zetten de auto’s op de parkeerplaats en begonnen toen aan de steile wandeling naar de prairie. Het was al 18 jaar geleden dat ik hier voor het laatst was geweest en dus was het leuk terug te gaan, ons doel was vandaag Crater Lake, een meertje dat je kunt bereiken me teen mooie wandeling van ongeveer vier kilometer.
Samen met Keith en Ron bereikte ik het meertje, de anderen bleven achter op een uitzichtpunt. Ron vond het meer zo aantrekkelijk dat hij wilde gaan zwemmen. Hij trok z’n shirt uit en stapte het ijskoude water in.
Na dit hoogtepunt aten we onze lunch en voegden ons weer bij de achterblijvers. Ook de wandeling terug met uitzicht op de omringende bergen, hoewel het steeds bewolkter werd, was een hoogtepunt.
Op het laatste stuk maakte Keith zich opeens zorgen toen hij mij bij de afdaling zag stuntelen. “Are you allright” vroeg hij en ik moest bekennen dat dat niet zo was. Waarschijnlijk had ik de wandeling wat onderschat en was mijn suikerspiegel wat te ver gedaald. Ik werd duizelig, maar uiteindelijk kwam ik met hulp van Keith en Dave toch veilig beneden. Andere wandelaars boden wat chocola en yoghurtrepen aan en daarmee ging het al na een paar minuten veel beter.
De dag werd afgesloten in Telkwa bij Dave thuis die ons op kaas, pizza en koffie vergastte.
Today marks almost two weeks since we arrived in Canada. It looks like it will rain all day, so it’s a good time to share our experiences so far.
On August 1st, we left the Netherlands. Popke and Ina dropped us off at Schiphol, and we went looking for a counter to check in our luggage. Nowadays, this process is fully automated. With the QR code you receive when checking in online, you can easily check in your luggage. You just need to place it in a machine, attach the printed label, and that’s it. Security didn’t take much time either. After that, we waited until we could board the plane. We had plenty of time, so we took it easy. The plane departed a bit late, but after a long flight (fortunately, we had booked seats with extra legroom), we arrived on schedule.
In Vancouver, we quickly passed through security and waited for our luggage. Then we headed to our hotel. The Fairmont hotel is located at Vancouver airport. We had a room on the thirteenth floor with a view of part of the airport and the surrounding mountains.
The next day, we had to get up early again. Our flight to Smithers departed at 8 AM, and according to an Air Canada employee, it was wise to arrive at the check-in counter early (three hours in advance). So, we were up at 3 AM and had breakfast delivered to our room. It was delivered promptly, so we were eating early. We arrived at the Air Canada counters at 5 AM. We had checked in online, and here too, you can check in your luggage yourself. There were few travelers at that early hour, so everything went quickly, and we had to wait more than two and a half hours before the plane departed.
After a one-and-a-half-hour flight, we landed at Smithers airport, where Cor and Judy were waiting for us. After a visit to the Saturday Farmers market, we arrived at the farm at Round Lake.
During the first few days, we took it easy, but on Sunday afternoon, we walked from the farm to the highway, a six-kilometer round trip. Since there are quite a few Saskatoon berries along the road, which bears love, we took bear spray with us. You never know! In the evening, we drove to Smithers for coffee at Tim Hortons.
On Wednesday, I joined the weekly hike with cousin Gary and his friends. I parked the car along the highway near Babine Lake road, and from there, we drove with a few cars to the trailhead near Banner Mountain Lodge. The trail went steadily uphill, and after about four kilometers, we had lunch before heading back. The hike organizer always hosts a meal at their home. This time, it was Keith from Telkwa who surprised us with fruit, cheese, stuffed peppers, and homemade cherry pie.
On Thursday, Janita and I drove to nearby Houston. We strolled through the park between the highway and the railway and saw the world’s largest fishing rod.
In the center, musicians performed at various locations, mainly classical music. The shopping center showed that the largest employers of the past (the sawmills) had left, taking the workers with them. Only a few stores remained. In the evening, we were surprised by a beautiful moonrise over Round Lake.
On Sunday, we were up early again. We drove with Cor and Judy to Terrace, a larger city further west. We went there to watch grandson Hudson play soccer. It’s quite a commitment here, as it’s a nearly 250-kilometer one-way trip. When we arrived, the first match was already underway at a complex where multiple age groups played simultaneously. We had to go to the farthest field. The team from Smithers was cheered on from the sidelines but had to concede victory to the other team. After having lunch at KFC, we hurried back to the soccer field for the second match against the same opponent. Unfortunately, this match was also lost despite Hudson’s good defensive play.
On Monday, it was time for a new experience. I had cycled on the gravel roads around Round Lake before, two years ago, which ended with a visit to the hospital in Smithers, but this time it was an e-bike ride. On Cor’s bike, I joined Judy and Janita on a ride that took us via Quick on a gravel road to Telkwa. It was a bit awkward at first, but soon climbing hills became much easier, even with little assistance. In Telkwa, we visited the new sports complex being built for pickleball, tennis, and basketball. Then we rode back to Round Lake via the highway. Cycling on the highway is always an experience. There’s often little space, and especially when a large logging truck passes you, you’re glad the driver is attentive and gives enough room to pass. Between Smithers and Telkwa, a bike path is being constructed, with the first section already completed, and hopefully, it will be extended to other places in BC.
Last Wednesday, it was time for another hike with Gary and his friends. We parked the cars at the Smithers bridge, and with two cars (there were only six participants this time), we drove to the Smithers ski hill. We parked the cars and began the steep hike to the prairie. It had been 18 years since I was last here, so it was nice to return. Our goal today was Crater Lake, a small lake that can be reached with a beautiful four-kilometer hike. Together with Keith and Ron, I reached the lake, while the others stayed at a viewpoint. Ron found the lake so appealing that he wanted to swim. He took off his shirt and stepped into the icy water. After this highlight, we had lunch and rejoined the others. The hike back, with views of the surrounding mountains, although it became increasingly cloudy, was also a highlight. On the last stretch, Keith suddenly became concerned when he saw me struggling with the descent. “Are you all right?” he asked, and I had to admit that I wasn’t. I had probably underestimated the hike, and my blood sugar had dropped too low. I became dizzy, but with Keith and Dave’s help, I made it down safely. Other hikers offered some chocolate and yogurt bars, and after a few minutes, I felt much better. The day ended in Telkwa at Dave’s home, where he treated us to cheese, pizza, and coffee.



















