Afgelopen maandag reden we met Cor en Judy naar Ootsa Lake. We bezochten Jim Floris, een oude vriend die in de buurt van dat grote stuwmeer woont.

We reden eerst via de highway naar Burns Lake, de tweede stad die je tegenkomt als je in oostelijke richting naar Prince George rijdt. In Burns Lake sloegen we af op de weg die naar Francis (François) Lake leidt. Na ongeveer 25 kilometer kwamen we aan bij de ferry die al het verkeer gratis overzet naar de zuidzijde (South Bank) van het meer. Na een kleine wandeling met uitzicht op Francis Lake rijden we verder naar Takysie Lake, waar Jim een jaar geleden een huis heeft gekocht.
In het nabijgelegen restaurant van het resort gebruiken we met ons vijven de lunch waarna we teruglopen naar Jims huis en daar nog een rondleiding van hem krijgen.

We vertrekken weer en rijden langs Ootsa Lake. We gaan niet met de veerboot terug, maar blijven langs het meer rijden en komen op die manier uit bij de westelijke punt van Francis Lake. Plotseling zien we aan de kant van de weg een jonge zwarte beer. Hij heeft zich verscholen in een duiker onder de weg, maar rent snel weg als we stoppen. Hij blijkt echter niet alleen. Plotseling steekt een tweede beer zijn kop uit de duiker. Hij houdt ons scherp in de gaten, maar het duurt een tijdje voordat hij het aandurft eruit te komen en de weg over te steken om in de bosschages te verdwijnen.
We rijden nog anderhalf uur over gravelwegen tot we in Houston aankomen. Het laatste stuk naar Round Lake gaat weer over de highway.

Zondag en woensdag staan weer in het teken van wandelingen. Zondag wandel ik met Janita in Telkwa langs de spoorweg en de rivier. Tweemaal komt er een trein lange, beide keren is het een goederentrein. Het aantal wagons wat voorbijkomt is soms ongelooflijk.

Op woensdag ga ik weer hiken met de groep van Gary. We rijden weer naar de skiheuvel, maar slaan linksaf. We parkeren de auto’s op een plek aan de weg en lopen dat vijf kilometer naar een lunchplek waarna we weer teruggaan. Regelmatig moeten we aan de kant van de weg omdat er grote loggingtrucks voorbijkomen.

In het komend weekeinde vindt de Bulkley Fall Fair weer plaats, een grote jaarmarkt die te vergelijken is met Jouster of Skoatter Merke. Dit evenement duurt echter vier dagen. Op woensdagavond wordt altijd de Fall Fair parade in Smithers gehouden. Gadegeslagen door veel toeschouwers trekt dan een bonte stoet aan versierde wagens, paarden en ruiters, sportgroepen en brandweerauto’s etc. voorbij.

Donderdag rijden we weer naar de skihill waar we via een andere weg dan twee weken geleden de Hudson Bay prairie bezoeken. Dit pad gaat niet zo steil omhoog als dat van naar Crater Lake. Het gaat via de flank van de berg waardoor je natuurlijk wel langer werk hebt. Er wordt op dat pad niet alleen gewandeld, maar ook gefietst. Bewijs daarvan is dat Jenny Hartman ons inhaalt. We lopen door tot het uitzichtpunt over Smithers en blijven daar een tijdje genieten van het uitzicht. Het is mooi weer, maar nog niet te warm voor een dergelijke wandeling.

Vrijdagmiddag bezoeken we de fair. Het wordt ons enige bezoek deze keer, want zaterdag vertrekken we voor een rondreis die ons naar plaatsen als Watson Lake, Fort Nelson en Dawson Creek (het beginpunt van de Alaska highway) zal brengen.

Het is veel warmer dan gisteren, de fair belooft dit jaar een warme editie te zullen worden. Er zijn veel activiteiten, veekeuringen, een kermis, een markt en op het podium zullen het hele weekeinde optredens zijn van al dan niet bekende artiesten

Hieronder nog even de route die we vanaf morgen zullen volgen. Volgende week zaterdag hopen we weer terug in Round Lake te zijn.

Last Monday, we drove with Cor and Judy to Ootsa Lake. We visited Jim Floris, an old friend who lives near that large reservoir.

We first drove via the highway to Burns Lake, the second town you encounter when heading east towards Prince George. In Burns Lake, we turned onto the road leading to Francis (François) Lake. After about 25 kilometers, we arrived at the ferry that transports all traffic for free to the south side (South Bank) of the lake. After a short walk with a view of Francis Lake, we continued to Takysie Lake, where Jim bought a house a year ago.

In the nearby resort restaurant, the five of us had lunch before walking back to Jim’s house for a tour. We then departed and drove along Ootsa Lake. Instead of taking the ferry back, we continued driving along the lake and ended up at the western tip of Francis Lake. Suddenly, we saw a young black bear on the side of the road. It had hidden in a culvert under the road but quickly ran away when we stopped. However, it wasn’t alone. Suddenly, a second bear poked its head out of the culvert. It kept a close eye on us, but it took a while before it dared to come out and cross the road to disappear into the bushes.

We drove for another hour and a half on gravel roads until we arrived in Houston. The last stretch to Round Lake was again on the highway.

Sunday and Wednesday were again dedicated to walks. On Sunday, I walked with Janita in Telkwa along the railway and the river. Twice a train passed by, both times a freight train. The number of wagons passing by is sometimes unbelievable.

On Wednesday, I went hiking again with Gary’s group. We drove to the ski hill again but turned left. We parked the cars at a spot on the road and walked five kilometers to a lunch spot before heading back. We regularly had to move to the side of the road because large logging trucks were passing by.

This coming weekend, the Bulkley Fall Fair will take place again, a large annual market comparable to Jouster or Skoatter Merke. This event lasts four days. On Wednesday evening, the Fall Fair parade is always held in Smithers. Watched by many spectators, a colourful procession of decorated floats, horses and riders, sports groups, and fire trucks, etc., passes by.

On Thursday, we drove to the ski hill again, where we visited the Hudson Bay prairie via a different route than two weeks ago. This path is not as steep as the one to Crater Lake. It goes along the flank of the mountain, so it naturally takes longer. This path is not only used for walking but also for cycling. Proof of this is that Jenny Hartman overtook us. We walked to the viewpoint over Smithers and stayed there for a while to enjoy the view. The weather was nice, but not yet too warm for such a walk.

On Friday afternoon, we visited the fair. It will be our only visit this time, as on Saturday we will leave for a tour that will take us to places like Watson Lake, Fort Nelson, and Dawson Creek (the starting point of the Alaska highway).

It is much warmer than yesterday, and the fair promises to be a warm edition this year. There are many activities, livestock shows, a carnival, a market, and performances by well-known and lesser-known artists on the stage throughout the weekend.

Below is the route we will follow from tomorrow. We hope to be back in Round Lake next Saturday.

Deel Dit Verhaal, Kies Je Platform!

23 augustus 2025